FAQ – VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE

FAQ VC : Wanneer dient een veiligheidscoördinator worden aangesteld ?

Sinds 1 mei 2001 is veiligheidscoördinatie verplicht voor alle bouwwerken (zowel nieuwbouw, renovatie, verbouwing als onderhoudswerkzaamheden) waarbij werken uitgevoerd worden door 2 of meer aannemers, gelijktijdig of achtereenvolgens. (dus ook als de aannemers nooit tegelijk op de werf aanwezig zijn)

Hierbij dienen alle aannemers, (grondwerken, ruwbouw, dakwerken, zink en lood of dakdichting, plaatsen ramen, deuren en poort(en), sanitair, elektriciteit, verwarming, ventilatie, andere technieken, pleisterwerken, schilderwerken, plaatsen keuken etc), maar ook de nutsmaatschappijen (water, elektriciteit, gas, telecom etc) te worden meegeteld.
Indien alle werken door slechts 1 aannemer wordt uitgevoerd, zonder onderaannemers, is geen veiligheidscoördinatie van toepassing, maar dient wel een PostInterventieDossier te worden opgesteld.

Indien in eerste instantie de werken door maximaal 1 aannemer worden uitgevoerd, maar bij uitvoering toch een tweede aannemer wordt aangesteld, dient alsnog en zo snel mogelijk een veiligheidscoördinator te worden aangesteld.

De veiligheidscoördinator dient in een zo vroeg mogelijk stadium te worden aangesteld : eigenlijk van zodra de bouwheer de intentie heeft om te bouwen.

FAQ – EPB-VERSLAGGEVING

FAQ EPB : Doet de EPB-verslaggever ook controles op de werf.

Dit is niet de taak van de EPB-verslaggever. Uw architect dient te waken over een conforme uitvoering en dient eventuele afwijkingen aan ons te melden.

Om uw EPB-eindaangifte correct te kunnen indienen dienen voor het VEKA (Vlaams Energie- en KlimaatAgentschap) de nodige bewijsstukken of "stavingsstukken" te worden verzameld.

De aangifteplichtige (bouwheer) dient deze stavingsstukken aan iVES te bezorgen.

Om dit op een vlotte en tranparante manier te laten verlopen heeft iVES een digitaal bouwdossier ontwikkeld :  iVES-CornerStone : U kan hier de nodige gegevens opladen, u vindt er de feedback terug van eerder opgeladen gegevens en ziet op duidelijke wijze wat er nog ontbreekt om uw dossier te kunnen afwerken. 

De meeste stavingsstukken dienen aan u te worden aangeleverd door uw aannemer of leverancier. Het is dan ook belangrijk uw aannemer en/of leverancier pas de oplevering toe te kennen of de eindafrekening te betalen of borg vrij te geven, als deze gegevens in uw bezit zijn.

Zonder deze stavingsstukken dienen wij in het slechtste geval er van uit te gaan dat het materiaal niet geplaatst is of dienen wij te rekenen voor de materiaaleigenschappen met “waarden bij ontstentenis” (dit zijn zeer nadelige waarden opgelegd door de overheid). Beide gevallen kunnen aanleiding geven tot zeer nadelige berekeningen en boetes.

FAQ – STABILITEITSSTUDIE

FAQ STB : IS GRONDONDERZOEK/SONDERINGEN VEREIST ?

Voor een nieuwbouwwoning vragen we steeds grondonderzoek in de vorm van minimaal 3 sonderingen CPT.

Voor een kleine verbouwing is dit niet steeds vereist.

De vereiste om grondonderzoek uit te voeren staat steeds aangegeven in onze offerte in de tabel “Taakverdeling en Scopeomschrijving Stabiliteitsstudies”

FAQ – VENTILATIEVERSLAGGEVING

FAQ VVG : Wat is het nut van ventilatie, we isoleren toch goed ? en de woning is luchtdicht ?

Bij een goed geïsoleerde en luchtdicht afgewerkte woning is ventilatie noodzakelijk.

We willen immers dat een gezond binnenklimaat wordt gecreëerd :

  • Immers door onze ademhaling verbruiken we de zuurstof in de lucht.
  • Door te koken, wassen etc. produceren we ook vocht in de woning, maar ook door eigen ademhaling en transpiratie !
  • Allerhande materialen zoals vezelplaten, lijmen, plastics etc. geven vluchtige bestanddelen af.

Dit betekent dat deze vochtige en/of verontreinigde lucht op een gecontroleerde manier dient afgevoerd te worden en dat verse en zuurstofrijke lucht dient aangevoerd te worden, eveneens op een gecontroleerde manier.

Een goed geventileerde woning vermijdt eveneens het risico op condensatie en schimmelvorming.

 

Verliezen we dan niet kostbare warmte in onze nochtans goed geïsoleerde woning ?

Jazeker, dit is onvermijdelijk.

Maar om dit warmteverlies minimaal te houden zijn er echter hulpmiddelen :

Er word geventileerd op een gecontroleerde of gestuurde manier : in plaats van op een ongecontroleerde manier via ramen en spleten zoals vroeger, wordt de ventilatie aangestuurd aande hand van parameters zoals vocht en/of CO2, zodat niet méér wordt geventileerd en dus warmte afgevoerd dan nodig.

Bij een ventilatiesysteem D wordt de warmte van de afgezogen lucht gerecupereerd om de in te blazen lucht voor te verwarmen, zodat het warmteverlies minimaal is.

 

FAQ – LUCHTDICHTHEIDSMETING

FAQ LDM : HOE GAAT EEN LUCHTDICHTHEIDSTEST IN ZIJN WERK ?

Een krachtige ventilator gemonteerd in een frame wordt in een deur of raamopening geplaatst. 

luchtdichtheid

De woning wordt eerst in onderdruk geplaatst zodat de buitenlucht door luchtlekken zoals kieren en spleten naar binnen wordt gezogen. Door middel van rookstaafjes kunnen deze luchtlekken worden gevisualiseerd.

Vervolgens wordt de woning in lichte overdruk geplaatst, zodat de binnenlucht langs kieren en spleten naar buiten wordt geblazen.

De mate waarin de ventilator extra debiet dient te voorzien om de woning in over- en onderdruk te houden, is een maat voor de totale luchtverliezen of omgekeerd voor de luchtdichtheid van de woning.

De uitvoering van een luchdichtheidstest neemt ca. 1 uurtje in beslag.

U kan rustig in de woning blijven. Alleen mogen op het moment van overdruk en onderdruk (ongeveer telkens een kwartiertje) geen ramen en deuren worden geopend.

De druk wordt ook vergeleken met de druk van de buitenomgeving. Indien deze onstabiel is (wind, onweer) kan het eventueel voorkomen dat de proef dient afgebroken te worden of dat de proef op een later moment dient te worden uitgevoerd.

FAQ – KEURING PRIVERIOLERING

FAQ KPR : WELKE DOCUMENTEN HEBBEN WIJ NODIG OM DE KEURING VAN DE RIOLERING TE KUNNEN UITVOEREN ?

Om het ontwerp te kunnen nazien en de keuring correct te kunnen uitvoeren, hebben wij een aantal documenten nodig :

Voor het nazicht van uw rioleringsplan :

  • de bouwvergunning en het hemelwaterformulier (dit is een formulier opgesteld door uw architect, waarin onder meer aan de hand van de oppervlaktes van dak en verharding de inhoud van regenwaterput, infiltratie enz. worden bepaald)
  • het ontwerpplan van de riolering (wij kijken dit ontwerpplan na, uw architect stelt het op)

Voor de eigenlijke keuring van uw rioleringsstelsel ter plaatse :

  • het as-builtplan van de riolering
  • eventueel foto’s van de aanleg
  • facturen van regenwaterput, infiltratie-voorziening en indien van toepassing van septische put en/ of IBA (op deze facturen dienen volgende gegevens te zijn : werfadres, inhoud van de put en bij infiltratie-voorziening de infiltrerende oppervlakte)
  • in sommige gebieden : de EAN-code van de rioolaansluiiting.
  • Het ingevulde formulier D-001 van Vlario

FAQ – EPC-VERSLAGGEVING

FAQ EPC : Wat is het verschil tussen EPB en EPC ?

EPB staat voor EnergiePrestatie en Binnenklimaat

Het is een begeleidingsproces dat van bij de ontwerpfase tot de oplevering er over waakt dat de opgelegde energieprestaties van een gebouw worden behaald.

EPC staat voor EnergiePrestatieCertificaat en is een soort energielabel die een indicatie geeft van de energiezuinigheid van het gebouw.

Een EPC is verplicht bij de verhuring of verkoop van een woning.

Een EPC is 10 jaar geldig en dient daarna vernieuwd te worden.

 

Opgelet : bij een nieuwbouwwoning of ingrijpend energetische renovatie wordt automatisch uit de EPB-verslaggeving een EPC-bouw afgeleid.

Voor een gewone verbouwing is dit niet het geval (omdat hierbij enkel naar de te verbouwen delen wordt gekeken en niet naar de woning in haar geheel). Indien een EPC gewenst is dient u dit apart bij te bestellen.

 

Voor het opstellen van een EPC wordt een afspraak gemaakt met de eigenaar of bewoner, wij gaan ter plaatse en beschrijven de woning. Op basis van de door u aangegeven informatie zoals facturen en de vaststellingen van ons ter plaatse wordt het EPC opgesteld. U ontvangt een dossier met alle digitale documenten en fotomateriaal.

FAQ – PLAATSBESCHRIJVING

FAQ PB : Wanneer is het aangewezen om een plaatsbeschrijving op te stellen?

Van zodra er structurele werken uitgevoerd worden kan er schade berokkend worden aan naastliggende woningen, zowel in het kader van nieuwbouwprojecten als grondige verbouwingswerken. Zelfs voor open bebouwing waarbij kelderbouw wordt toegepast, is het aangewezen om de ompalende gebouwen in kaart te brengen en te beschrijven. Soms wordt dit ook opgelegd in het kader van een verzekeringspolis.

Een plaatsbeschrijving is een beschrijving van de staat waarin een gebouw zich bevindt vóór aanvang van de werkzaamheden. Aan de hand van deze reportage kan de eigenaar van de aanpalende woning niet aansprakelijk gesteld worden voor vroeger geleden schade.

Er wordt een afspraak gemaakt met de eigenaar, wij gaan ter plaatse en beschrijven de woning. U krijgt een degelijk dossier met voornamelijk foto's die als bewijsstuk kunnen dienen tegen eventuele klachten. U ontvangt een dossier met alle digitale documenten en fotomateriaal.

FAQ – SLOOPOPVOLGINGSPLAN- EN ASBEST-INVENTARIS

FAQ SloopOpvolgingsPlan : wanneer is dit vereist ?

Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor bepaalde sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken is een ‘Sloopopvolgingsplan’ verplicht.

Het sloopopvolgingsplan is een hulpmiddel om selectief te slopen en selectief in te zamelen op de werf.

  • Gevaarlijke afvalstoffen kunnen voorafgaand aan de eigenlijke sloop uit het gebouw of constructie verwijderd worden.
  • Selectief ingezamelde fracties op de werf kunnen als zuivere fracties rechtstreeks afgevoerd worden voor recyclage.
  • Wanneer de werf wordt opgevolgd door de sloopbeheerorganisatie Tracimat, kan het puin als laagmilieurisico-profiel (LMRP) naar een breker afgevoerd worden.

Een sloopopvolgingsplan is verplicht bij de sloop of ontmanteling van gebouwen of infrastructuurwerken waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, vanaf een bepaalde omvang van het betrokken volume..

Voor gebouwen is het van toepassing:

  • bij niet-residentiële vanaf een totaal betrokken bouwvolume groter dan 1000 m³.
  • voor in hoofdzaak residentiële gebouwen (maximaal 1/3 van het betrokken bouwvolume heeft een andere functie dan wonen) enkel voor een betrokken volume groter dan 5000 m³.

Het betrokken volume is de som van de bouwvolumes van alle gebouwen opgenomen in dezelfde omgevingsvergunning.

Voor infrastructuurwerken :

  • de afbraak of sloop gekoppeld aan de aanleg of het onderhoud van infrastructuur met een volume van de werken groter is dan 250 m³.

FAQ – HANDLEIDING DIGITAAL BOUWDOSSIER iVES-CornerStone

FAQ DIGITAAL BOUWDOSSIER iVES-CornerStone

Om u een handje te helpen in het uitwisselen van de talrijke documenten en gegevens hebben wij een digitaal dossier ontwikkeld : iVES-CornerStone vormt de hoeksteen van uw digitaal bouwdossier.

U kan er gemakkelijk en overzichtelijk al uw documenten zoals veiligheidsplannen of studies raadplegen.

Het herinnert u er ook aan wanneer u noodzakelijke documenten kan opladen om de volgende stap in uw dossier te kunnen zetten of te kunnen afwerken.

Onze mensen verwerken deze documenten en geven u de nodige feed-back. Zo raakt niets vergeten en begeleiden wij u stap voor stap in uw dossier.

FAQ – WARMTEVERLIESBEREKENING

FAQ Volgt de warmteverliesberekennig niet automatisch uit de EPB-berekening ?

De warmteverliesberekening en de EPB-berekening vertrekken elk vanuit een ander oogpunt :

De EPB-berekening bepaalt de warmteverliezen van het beschermd volume als geheel.
Het beschermd volume is het te verwarmen en geïsoleerde of "beschermde" deel van een gebouw.

De warmteverliesberekening bepaalt de warmteverliezen van elke ruimte apart binnen het beschermd volume. 
De bedoeling is om zo te kunnen bepalen in elke ruimte apart welk vermogen aan afgiftecapaciteit door vloerverwarming, radiatoren, ventilo-convectoren etc. dient te worden voorzien.